Nederland kent een grote diversiteit aan koeienrassen. Sommige rassen kom je op vrijwel elk melkveebedrijf tegen, terwijl andere alleen in kleine populaties of bij gespecialiseerde vleesveehouders voorkomen. In deze blog geven we een overzicht van de belangrijkste melk- en vleesrassen die in Nederland worden gehouden. Zo krijg je een helder beeld van de verschillen tussen de rassen, hun eigenschappen en waar je ze vooral voor tegenkomt.
Inhoudsopgave
Melkkoeien in Nederland
Nederland staat wereldwijd bekend als een echt zuivelland, en dat is mede te danken aan de grote verscheidenheid aan melkveerassen die hier worden gehouden. Elk ras heeft zijn eigen sterke punten: van hoge melkproductie tot bijzonder rijke melkgehaltes of een duurzame, robuuste bouw. Sommige rassen domineren de moderne melkveehouderij, terwijl andere juist worden gewaardeerd om hun historie, gezondheid of geschiktheid voor biologische en extensieve bedrijven. Hieronder vind je een overzicht van de meest voorkomende melkkoeien in Nederland en wat elk ras uniek maakt.
Holstein-Friesian
De Holstein-Friesian is het bekendste melkveeras ter wereld en domineert ook in Nederland, waar het meer dan 90% van de melkveestapel uitmaakt. Dit ras ontstond uit Friese en Bataafse runderen en werd later in Amerika verder verfijnd vanwege de uitzonderlijk hoge melkproductie. Door hun sterke aanpassingsvermogen en efficiëntie is de Holstein uitgegroeid tot het belangrijkste productieras in de zuivelsector.
Holsteins zijn grote, slanke koeien met het typische zwart-witte (soms rood-bonte) patroon. Ze produceren gemiddeld zo’n 10.000 liter melk per jaar, wat hen tot absolute toppers in kwantiteit maakt. Hoewel het vet- en eiwitpercentage iets lager ligt dan bij sommige dubbeldoelrassen, blijft de melk geliefd en veelzijdig inzetbaar.
Het ras is minder gespierd dan traditionele Nederlandse rassen, maar beschikt over goed ontwikkelde uiers en sterke melktypische kenmerken. Holsteins worden meestal onthoornd, al kiezen biologische bedrijven er steeds vaker voor om de horens te behouden. Door hun hoge productie, rustige karakter en brede inzetbaarheid is de Holstein-Friesian hét icoon van de Nederlandse melkveehouderij.
Jersey Koe
De Jersey is een klein, elegant melkveeras dat bekendstaat om zijn uitzonderlijk romige melk met hoge vet- en eiwitpercentages. Het ras komt oorspronkelijk van het eiland Jersey en is tegenwoordig wereldwijd verspreid. Dankzij haar vriendelijke karakter, efficiënte voerbenutting en lange levensduur is de Jersey vooral populair bij duurzame en kleinschalige melkveehouders. Hoewel ze minder melk produceert dan grotere rassen, levert elke liter een hoger rendement op door de rijke samenstelling. De Jersey verdraagt warmte minder goed en voelt zich het beste in een koel klimaat.
Groninger Blaarkop koe
De Groninger Blaarkop is een van de oudste Nederlandse runderrassen en herkenbaar aan het donkere lichaam met de witte “blaren” rond de ogen. Al sinds de 14e eeuw komt dit ras voor in de provincie Groningen, waar het uitgroeide tot een belangrijk dubbeldoelras. De Blaarkop werd vroeger zelfs per schip naar Zuid-Holland gebracht om steden als Leiden en Rotterdam van vlees en zuivel te voorzien, en reisde via VOC-schepen naar Engeland en andere delen van de wereld.
De Blaarkop staat bekend om zijn robuuste gezondheid, sterke hoeven en dichte vacht die goed tegen kou kan. Het ras levert melk van hoge kwaliteit en produceert gemiddeld tussen de 7.000 en 9.000 kilo per jaar. Het vlees heeft een fijne structuur met lichte marmering, wat zorgt voor een bijzonder goede smaak. Ondanks dat de populatie lange tijd is teruggelopen, groeit de waardering voor de Blaarkop opnieuw, vooral onder biologische boeren en natuurbeheerders. Met ongeveer 860 raszuivere dieren blijft het een zeldzaam, maar karakteristiek en waardevol Nederlands runderras.
Lakenvelder koe
De Lakenvelder is een van de meest herkenbare Nederlandse runderrassen dankzij de kenmerkende witte “laken”-band rond het midden. Dit eeuwenoude ras duikt al op in middeleeuwse schilderijen en werd vroeger vooral gehouden door adel en landgoedeigenaren, waardoor het de bijnaam kasteelrund kreeg. De Lakenvelder is vriendelijk, sober en goed geschikt voor extensieve of natuurgerichte bedrijven.
Hoewel de melkproductie lager ligt dan bij moderne melkveerassen, staat de melk bekend om haar goede kwaliteit. Het ras bleef lange tijd zeldzaam, maar dankzij hobbyhouders en natuurboerderijen groeit de populatie weer voorzichtig. Met haar elegante uiterlijk en rustige karakter blijft de Lakenvelder een echte parel in het Nederlandse landschap.
Dexter koe
De Dexter is het kleinste runderras dat in Nederland wordt gehouden en is vooral populair bij hobbyhouders, zorgboerderijen en kleinschalige bedrijven. Oorspronkelijk komt dit oeroude ras uit Ierland, maar via Engeland en later België verscheen het in de jaren ’70 ook in Nederland. Tegenwoordig lopen er hier zo’n 500 Dexters rond.
Met een schofthoogte van slechts 96–111 cm en een gewicht van 300–500 kilo is de Dexter compact, vriendelijk en bijzonder zelfredzaam. Hoewel ze niet zijn gefokt voor hoge melk- of vleesproductie, levert de Dexter A2-melk — een type melk dat in sommige landen zeer geliefd is vanwege de verteerbaarheid. Door hun dikke vacht kunnen Dexters het hele jaar buiten blijven, en het afkalven verloopt vrijwel altijd natuurlijk.
Wel vraagt dit ras om aandacht in de fokkerij: de laagbenige variant kan drager zijn van de zogeheten “bulldogfactor”, waardoor bewuste selectie belangrijk is. Ondanks dat blijven Dexters geliefd vanwege hun lage onderhoudskosten, sterke kuddegedrag en charmante uiterlijk — een ideale mini-koe voor liefhebbers van rustieke en veelzijdige rassen.
Maas-Rijn-IJssel (MRIJ) koe
De Maas-Rijn-IJssel koe, vaak afgekort tot MRIJ, is een traditioneel Nederlands dubbeldoelras dat al eeuwenlang voorkomt in het rivierengebied waar de Maas, Rijn en IJssel samenkomen. In 1905 werd het officieel als ras erkend. Door de veepest in de 18e eeuw werden MRIJ’s gekruist met runderen uit Duitsland, waardoor het ras kon voortbestaan en zich verder kon ontwikkelen.
Het ras is te herkennen aan zijn overwegend witte vacht met kleine, lichtrode vlekken. MRIJ-koeien zijn stevig gebouwd, wegen vaak rond de 850 kilo en combineren een goede melkproductie met uitstekende vleesaanzet. De melk bevat hogere vet- en eiwitgehalten dan die van veel moderne melkveerassen, waardoor de economische resultaten per kilo melk verrassend gunstig kunnen uitvallen.
Ondanks dat de Holstein-Friesian uiteindelijk de dominante melkkoe werd, blijft de MRIJ gewaardeerd om zijn robuustheid, veelzijdigheid en duurzame productie. Het is een echt Nederlands ras met een sterke binding aan het landschap waarin het is ontstaan.
Brown Swiss koe
De Brown Swiss is een wereldwijd populair melkveeras dat oorspronkelijk uit het Zwitserse Alpengebied komt. Het ras staat bekend om zijn sterke bouw, rustige karakter en uitstekende aanpassingsvermogen aan zowel koude als warme klimaten. In veel landen wordt de Brown Swiss gewaardeerd om haar duurzame productie en goede gezondheid, met name het sterke beenwerk en de harde klauwen die ideaal zijn voor bergachtige omstandigheden.
De koeien hebben een grijsbruine vacht die in de zon lichter kan worden, een zachte blik en vaak nog hoorns. Ze produceren gemiddeld rond de 10.000 liter melk per jaar, met hoge vet- en eiwitgehaltes, waardoor de melk bijzonder geschikt is voor het maken van kaas. Vleesopbrengst is mogelijk, maar speelt slechts een bijrol. Hoewel de Brown Swiss in Nederland minder voorkomt dan rassen als Holstein, wordt ze steeds vaker ingezet vanwege haar robuustheid, rustige temperament en uitstekende melkgehalte.
Montbéliarde koe
De Montbéliarde is een robuust Frans melk- en dubbeldoelras dat oorspronkelijk uit de Jura-regio komt. Het ras werd in de 19e eeuw ontwikkeld uit een doelgericht fokprogramma en kreeg internationale erkenning tijdens de Wereldtentoonstelling van 1889. Dankzij de sterke gezondheid, hoge vruchtbaarheid en het vermogen om zich goed aan te passen, verspreidde de Montbéliarde zich al snel over de wereld.
Montbéliardes zijn rood-wit gekleurde koeien met een forse, gespierde bouw en uitstekend beenwerk. Ze produceren gemiddeld 7.500 tot 9.000 liter melk per jaar, met hoge eiwit- en vetgehaltes die ideaal zijn voor kaasproductie. Door hun kracht en solide lichaamsbouw leveren ze daarnaast kwalitatief goed, mager vlees. In Nederland worden Montbéliardes steeds vaker ingezet als alternatief of aanvulling op de Holstein, juist vanwege hun duurzaamheid, weerbaarheid en goede productie in zowel melk als vlees.
Fries-Hollands
Het Fries-Hollands ras is een traditioneel Nederlands dubbeldoelras dat eeuwenlang het beeld van het Nederlandse platteland bepaalde. Het staat bekend om zijn sterke, robuuste bouw en duurzame productie, met zowel goede melkgehaltes als een degelijke vleesaanzet. Hoewel het ras tegenwoordig in kleinere aantallen voorkomt door de opkomst van de Holstein-Friesian, blijft het geliefd bij boeren die kiezen voor gezondheid, levensduur en een koe die goed past in extensievere bedrijfsvoering.
Fleckvieh
Fleckvieh is een veelzijdig dubbeldoelras afkomstig uit de Alpenregio en wint snel aan populariteit bij Nederlandse melkveehouders. Het ras staat bekend om zijn uitstekende gezondheid, krachtige bouw en sterke benen, waardoor het een lange levensduur heeft. Fleckvieh produceert melk met hoge gehaltes én levert tegelijkertijd een goede vleesopbrengst. Juist deze balans maakt het ras aantrekkelijk voor boeren die streven naar een duurzame en efficiënte veestapel.
Vleeskoeien in Nederland
Naast de bekende melkveerassen worden in Nederland ook diverse vleesrassen gehouden. Sommige daarvan kom je vooral tegen bij gespecialiseerde vleesveehouders, terwijl andere juist worden ingezet voor natuurbeheer of extensieve begrazing. Vleesrassen onderscheiden zich door hun sterke bespiering, snelle groei en vaak rustige karakter. Hieronder vind je de belangrijkste vleesrassen die in Nederland worden gehouden, met hun kenmerken en waarvoor ze vooral worden ingezet.
Belgisch Witblauw
Het Belgisch Witblauw, in de volksmond “Dikbil” genoemd, is een indrukwekkend vleesras dat direct opvalt door zijn extreme bespiering. Dit ras ontstond in België uit kruisingen met Shorthorns en werd verder verfijnd via een streng fokprogramma, waarbij het myostatine-gen – verantwoordelijk voor het stoppen van spiergroei – grotendeels werd uitgeschakeld. Daardoor levert dit ras aanzienlijk meer vlees dan gemiddelde runderen.
Hoewel het Belgisch Witblauw bekendstaat om zijn uitzonderlijk mager, mals en eiwitrijk vlees, kent het ras ook aandachtspunten op het gebied van gezondheid en welzijn. Door de zware bespiering is een natuurlijke bevalling vaak onmogelijk, en kunnen ademhalings- en pootproblemen optreden. Met modern fokbeleid wordt hier steeds beter rekening mee gehouden.
Ondanks de discussie rond het ras blijft het Belgisch Witblauw populair onder vleesveehouders vanwege de hoge vleesopbrengst en kwaliteit. Een opvallend dier en een belangrijke speler binnen de Europese vleesproductie.
Limousin koe
De Limousin is een krachtig, gespierd Frans vleesras dat vooral wordt gewaardeerd om zijn uitzonderlijke vleeskwaliteit. Het ras vindt zijn oorsprong in de regio Limousin, waar het eeuwenlang als trekdier werd gebruikt voordat het in de 20e eeuw werd doorontwikkeld tot een gespecialiseerd vleesras. Inmiddels wordt de Limousin in meer dan 80 landen gehouden en staat het bekend om zijn hoge vruchtbaarheid, sterke gezondheid en probleemloos afkalven.
Limousins hebben een warme lichtbruine vacht, zijn middelgroot tot groot gebouwd en leveren vlees met fijne vetdooradering: smaakvol, maar toch mager. Het ras is populair bij zowel professionele vleesveehouders als natuurbeheerders omdat de dieren sober, robuust en makkelijk te houden zijn. In Nederland kom je de Limousin dan ook geregeld tegen in de vleesveehouderij en in extensieve graasgebieden.
Schotse Hooglander
De Schotse Hooglander is een opvallend runderras, herkenbaar aan zijn lange vacht, grote horens en robuuste bouw. Oorspronkelijk afkomstig uit de Schotse Hooglanden leven er inmiddels zelfs meer Hooglanders in Nederland dan in het land van herkomst. Dankzij hun winterharde karakter, rustige temperament en vermogen om te grazen op ruig en gevarieerd plantmateriaal worden ze vooral ingezet in natuurgebieden.
Hooglanders kunnen jaarrond buiten blijven, houden zichzelf in leven met minimale verzorging en dragen sterk bij aan natuurbeheer doordat ze landschappen open houden en verruiging tegengaan. Je vindt ze onder andere op de Veluwe, in Zuid-Kennemerland en in vele andere natuurgebieden verspreid over Nederland.
Hoewel het geen productierassen zijn – hun vlees is goed maar minder populair en melkproductie is laag – zijn Schotse Hooglanders zeer geliefd om hun natuurlijke uitstraling, ecologische waarde en rustige, maar indrukwekkende aanwezigheid in het landschap.
Charolais
De Charolais is een groot, indrukwekkend Frans vleesras dat bekendstaat om zijn snelle groei en extreme bespiering. Dankzij de hoge slachtrendementen en snelle ontwikkeling is dit ras zeer geschikt voor intensieve vleesproductie. Charolais-runderen leveren veel mals, lichtgevlekt vlees en worden in Nederland ingezet door professionele vleesveehouders die maximale opbrengst willen behalen.
Blonde d’Aquitaine
De Blonde d’Aquitaine is een elegant maar krachtig vleesras uit Zuid-Frankrijk, gewaardeerd om zijn fijne spiervezels en uitzonderlijke vleeskwaliteit. Het ras staat bekend om zijn rustige karakter, sterke poten en hoge slachtrendementen. Het vlees is mager, zacht en zeer smaakvol, waardoor het geliefd is bij zowel boeren als restaurants. In Nederland groeit de populariteit van dit ras al jaren.
Aberdeen Angus
Aberdeen Angus is een wereldwijd geliefd vleesras dat van nature geen hoorns heeft en bekendstaat om zijn gemarmerde, smaakvolle vlees. Het ras is sterk, sober en past goed in extensieve systemen, zoals natuur- en graslandbeheer. Door de hoge vleeskwaliteit en het betrouwbare karakter is Angus ook in Nederland sterk in opkomst, zowel bij professionele vleesveehouders als bij kleinschalige boeren.
Hereford
Het Hereford-ras staat bekend om zijn rustige, vriendelijke karakter en sterke gezondheid. Deze koeien gedijen uitstekend in extensieve systemen, waardoor ze vaak worden ingezet in natuurgebieden en op graslanden die jaarrond begraasd worden. Herefords leveren mooi dooraderd vlees en hebben een hoge levensduur, wat ze bijzonder aantrekkelijk maakt voor duurzame veehouderij.
Piemontese
De Piemontese is een Italiaans vleesras dat beroemd is om zijn bijzondere spierstructuur en het lage vetpercentage van het vlees. Door het hoog eiwitgehalte en de uitstekende slachtrendementen wordt Piemontese-vlees vaak gezien als een premiumproduct. Het ras heeft een rustige aard, sterke bouw en levert vlees dat zowel mager als uitzonderlijk mals is — een unieke combinatie die in Nederland steeds meer waardering krijgt.
Galloway
De Galloway is een oersterk, winterhard ras afkomstig uit Schotland. Dankzij de dichte vacht en sobere levensstijl kan de Galloway jaarrond buiten lopen, zelfs in ruige omstandigheden. In Nederland wordt dit ras veel ingezet in natuurgebieden, waar het helpt om landschappen open en gevarieerd te houden. Het vlees is fijnvezelig, smaakvol en geliefd bij kenners vanwege de natuurlijke rijping door de langzame groei.
Overige koeienrassen
Naast de bekende melk- en vleesrassen lopen er in Nederland ook enkele bijzondere of minder voorkomende rundertypes rond. Deze rassen worden vaak gehouden voor natuurbeheer, hun unieke uiterlijk of hun culturele waarde. Ze spelen geen grote rol in de commerciële melk- of vleesproductie, maar zijn wel een belangrijk onderdeel van ons agrarisch erfgoed en de biodiversiteit in Nederlandse natuurgebieden. En sommige zijn vooral ook gewoon heel leuk!
Heckrund
Het Heckrund is een teruggefokt runderras dat in de jaren 1920–1930 werd ontwikkeld door de Duitse broers Heinz en Lutz Heck. Zij probeerden de uitgestorven oeros te benaderen door verschillende “oerrassen” te kruisen, zoals de Spaanse vechtstier, Schotse Hooglander en het Hongaars stepperund. Hoewel het dier uiterlijk nog wel aan een oerrund doet denken, is het kleiner, anders gekleurd en minder krachtig dan het oorspronkelijke dier.
Heckrunderen zijn sterk, sober en kunnen het hele jaar buiten blijven. Ze hebben een donkere, vaak bruin-zwarte vacht en volwassen koeien wegen tussen de 600 en 900 kilo, terwijl stieren kunnen doorgroeien tot 1.400 kilo. Door hun temperament worden ze minder vaak ingezet in drukbezochte natuurgebieden, maar in afgelegen gebieden functioneren ze goed als natuurlijke grazers. Ze worden niet gebruikt voor melk- of vleesproductie, maar vooral gewaardeerd om hun bijdrage aan natuurbeheer.
Witrik
De Witrik is geen officieel erkend runderras, maar een eeuwenoude Nederlandse kleurslag die vooral bekendstaat om de witte streep over de rug, een lichte buik en vaak een gespikkelde kop. Deze opvallende dieren komen al in historische bronnen uit de 14e eeuw voor en waren vroeger te vinden in Gelderland, Overijssel en Drenthe. Omdat ze niet werden toegelaten tot de officiële rundveestamboeken, bleef de Witrik vooral bestaan dankzij een klein aantal liefhebbers en boeren die het type in stand hielden.
Witrikken ontstaan bijna altijd uit kruisingen met andere rassen, zoals Holstein of MRIJ, waardoor uiterlijk en grootte kunnen variëren. Ze worden vaak gehouden op zorgboerderijen en kleinschalige bedrijven vanwege hun rustige karakter en bescheiden formaat. Het traditionele type fungeert als dubbeldoelkoe, geschikt voor zowel melk als vlees, maar tegenwoordig ligt de focus bij veel lijnen meer op melkproductie. Dankzij Stichting De Witrik blijft deze zeldzame en karakteristieke kleurslag ook vandaag de dag bewaard als onderdeel van ons agrarisch erfgoed.
Jak (Yak)
De Jak, ook wel bromrund genoemd, is een rundersoort die van nature voorkomt in de hooggelegen gebieden van Azië, zoals Tibet, de Himalaya en delen van China. Dit oersterke dier is volledig aangepast aan extreme kou, grote hoogte en ruige berglandschappen. Door de dikke, lange vacht en het krachtige lichaam wordt de Jak wereldwijd gezien als een symbool van kracht en uithoudingsvermogen. In Nederland komt de Jak niet voor, omdat het klimaat en het landschap hier niet geschikt zijn voor dit bergdier.
Er bestaan zowel wilde als gedomesticeerde Jakken. De tamme variant wordt gehouden voor melk, vlees en wol, en dient daarnaast als lastdier in berggebieden. De melk is vet en voedzaam en wordt gebruikt voor boter, kaas en traditionele producten zoals boterthee. De wol is een van de warmste natuurlijke materialen ter wereld en wordt verwerkt tot kleding, dekens en tenten. Zelfs de mest wordt benut als brandstof. De wilde Jak is tegenwoordig zeldzaam door verlies van leefgebied en jacht, terwijl de tamme populatie juist onmisbaar is voor het dagelijks leven van bergbewoners.
Nederland en zijn koeien: een levend erfgoed
Met zoveel verschillende runderrassen beschikt Nederland over een veelzijdige en bijzonder rijke veestapel. Van hoogwaardige melkkoeien tot sterke vleesrassen en authentieke, historische typen: elk ras levert een unieke bijdrage aan onze landbouw, natuur en ons agrarisch erfgoed. Deze diversiteit toont hoe breed en veerkrachtig de Nederlandse veehouderij is.
Wil je meer weten over een specifiek ras? Op de individuele pagina’s vind je uitgebreide informatie over hun oorsprong, eigenschappen en kenmerken. Mis je een ras of klopt er volgens jou iets niet? Laat het ons gerust weten,dan passen we het aan. Nieuwsgierig waar je deze rassen in het echt kunt zien? Neem dan een kijkje op onze pagina met alle boerderijen in Nederland met koeien.


